Normen en richtlijnen
Het gemeenschappelijke doel van onze productmanagers en diensten is het
aanbieden van betrouwbare, duurzame en hoogwaardige producten die voldoen aan de voorschriften en/of normen van elke regio waar ze worden gebruikt.
Verbindingselementen of deel uitmakend van een systeem. Een vallijn kan bestaan uit een touw uit synthetische vezels, een metalen kabel, een band of een ketting.
OPGELET: Een vallijn zonder energie absorber mag niet gebruikt worden als valstopsysteem.
In functie van de graad van het gedekte risico definieert de verordening de categorieën van PBM’s en legt de verschillende verplichtingen vast voor de fabrikant:
• PBM van eerste categorie : Bescherming tegen minimale risico’s.
• PBM van categorie 2 : Alle PBMs die niet van categorie 1 of 3 zijn.
• PBM van categorie 3 : Bescherming tegen risico’s met invaliditeit of dood tot gevolg.
Deze norm voor veiligheidsbrillen heeft betrekking op oog- en gezichtsbescherming voor toepassingen in Canada.
De EU verordening 2016/425 legt de eisen vast voor de ontwikkeling en de vervaardiging van persoonlijke beschermingsmiddelen (PBMs) teneinde deze op de markt te brengen met als doel de gezondheid
en de veiligheid van eindgebruikers te garanderen. Fabrikanten die conform deze eisen van de verordening producten vermarkten, mogen dan ook de CE markering op hun PBMs aanbrengen. Deze EUverordening
2016/425 vervangt sinds 21/4/2018 de EEG-richtlijn 89/686.
Specificaties van algemene en minimale vereisten, testmethodes, selectiemethodes, gebruik en onderhoud van oog-en gezichtsbescherming.
Eisen, performanties en testmethodes voor gelaatsschermen met bestrekking tot bescherming tegen vlamboog.
Deze norm bepaalt de testmethodes die toelaten het niveau van geluidsdemping te bepalen van een gehoorbescherming (USA) (NRR Noise Reduction Rating) volgens de aanbevelingen van het EPA (US Environmental Protection Agency). De voorschriften voldoen ook aan 29CFR 1910.95, het gehoorbeschermingsprogramma.
Type 1: De kracht van de impact mag niet meer zijn dan 4,450 N wanneer een gewicht van 3.6kg (8 lb) met een snelheid van 5.5m/s (meter per seconde) op de helm wordt toegepast.
Penetratie: Een penetratietest met een gewicht van 1 kg mag geen contact geven met het testhoofd bij een snelheid van 7.0 m/s.
Ontvlambaarheid: De helm mag niet langer dan 5s branden met uitstraling van vlammen na het terugtrekken van de vlam.
Elektrische weerstand: Een test met 20.000V geeft een klasse E of 10.000V voor een klasse G. Klasse C biedt geen bescherming tegen elektrische risico's.
Type 2: Aanvullend op de vereisten van type 1, moet type 2 aan de volgende eisen voldoen.
Energie absorptie: de versnelling mag niet meer zijn dan 150g in het geval van een val van een voorwerp op de helm of zijdelings bij gebruik van een testhoofd van 5kg aan 3.5 m/s.
Laterale bescherming: zowel vooraan, achteraan als zijdelings mag er geen contact zijn met het testhoofd bij een penetratietest met 1kg aan een snelheid van 5m/s.
ANSI/ISEA Z89.1 4 Optionele testen: lage temperatuur (LT), hoge temperatuur (HT), test voor omgekeerd dragen en high visibility test.
De norm EN ISO 374-5 gaat over de eisen en testmethodes voor veiligheidshandschoenen die bedoeld zijn de gebruiker te beschermen tegen micro-organismen (schimmels en bacteriën, virussen optioneel).
Doordringen van schimmels en bacteriën (getest volgens de norm EN374-2): test waarmee wordt nagegaan of er geen lucht en water door de handschoen komt.
Doordringen van virussen (getest volgens de methode B van ISO 16604): proces waarmee de weerstand wordt bepaald tegen het doordringen van pathogenen die door het bloed worden overgedragen.
– Testmethodes waarbij de bacteriofaag Phi-X174 wordt gebruikt.
Volgens het type zal de handschoen één van de onderstaande pictogrammen rijgen:
Toepassingsvoorbeelden:
Het gebruiksdomein is bepalend want naargelang het geval moet de handschoen eventueel meerdere eigenschappen combineren om te voldoen aan de nodige eisen voor bescherming. Het is dus heel belangrijk na te gaan wat de aanbevolen gebruiksdomeinen zijn en de resultaten te bekijken van de testen die in een laboratorium zijn uitgevoerd en die u in de gebruiksaanwijzing vindt. Het is echter aan te bevelen na te gaan of de handschoenen geschikt zijn voor het gebruik dat u ze gaat geven door ze eerst zelf te testen, want de omstandigheden op de werkplek kunnen anders zijn dan die tijdens onze test, naargelang de temperatuur en de mate van slijtage en degradatie.
De norm ISO 18889 legt de eisen vast voor veiligheidshandschoenen bij het werken met pesticides voor landbouwers en voor seizoensarbeiders.
De handschoenen klasse G1 voldoen bij een relatief laag risico. Ze zijn niet geschikt voor het werken met pesticides met een hoge concentratie noch bij mechanische risico’s. Dit type handschoenen zijn meestal wegwerphandschoenen.
Handschoenen klasse G2 kunnen gebruikt worden bij een aanzienlijk en hoger risico, dat zowel voor verdunde pesticideconcentraties als hoge concentraties. Deze handschoenen klasse G2 voldoen ook aan een minimale mechanische weerstand en kunnen dus ook bij werkzaamheden worden ingezet waar een minimale mechanische bescherming vereist is.
Handschoenen klasse GR beschermen enkel de palm van de hand en zijn geschikt voor werknemers die een risico lopen op contact met opgedroogde resten of deels opgedroogde resten van pesticides die nog op de oppervlaktes van de planten aanwezig zijn bij het oogsten of nabehandelen van de planten.
Norm EN ISO374-1 gaat over de eisen voor veiligheidshandschoenen die dienen om de gebruiker te beschermen tegen gevaarlijke chemische producten.
• Doordringbaarheid (getest volgens de norm EN374-2): Verspreiding, op niet-moleculair niveau, van een chemische stof en/ of een microorganisme via de poriën, naden, microgaatjes of andere imperfecties die voorkomen in het materiaal van de veiligheidshandschoenen.
• Degradatie (getest volgens norm EN374-4) : Bepaling van de fysieke bestendigheid van de materialen tegen degradatie na permanent contact met gevaarlijke, chemische producten.
• Doorlaatbaarheid (getest volgens de norm EN374-3 of EN16523): Proces via welk een chemisch product zich op moleculair niveau kan verspreiden door het materiaal van veiligheidshandschoenen heen via continu contact.
De EN ISO versie van norm EN374-1, introduceert beschermingstype 3 tegen doorlaatbaarheid van chemische producten:
- Type A: De handschoen wordt beschouwd als bestand tegen chemicaliën als zij een prestatieindex voor doorlaatbaarheid krijgen van tenminste 2 voor zes testchemicaliën uit de lijst met chemicaliën bepaald in de norm.
- Type B: De handschoen wordt beschouwd als bestand tegen chemicaliën als zij een prestatieindex voor doorlaatbaarheid krijgen van tenminste 2 voor drie testchemicaliën uit de lijst met chemicaliën bepaald in de norm.
- Type C: De handschoen wordt beschouwd als bestand tegen chemicaliën als zij een prestatieindex voor doorlaatbaarheid krijgen van tenminste 1 voor 1 testchemicaliën uit de lijst met chemicaliën bepaald in de norm.
Norm EN511 definieert de vereisten en testmethoden voor handschoenen die beschermen tegen koude die door convectie en geleiding wordt overgedragen tot -30°C (optioneel tot -50°C). Deze koude kan verband houden met weersomstandigheden of met een industriële activiteit.
Bij het selectieproces van een handschoen voor bescherming tegen kou moet rekening worden gehouden met meerdere parameters zoals de omgevingstemperatuur, de gezondheid van de persoon, de duur van de blootstelling, het activiteitenniveau etc.