Fiber, gauge, coating... Kunt u ons deze verschillende termen uitleggen?
Clément Tamisier: De termen vezel en dikte zijn van toepassing op gebreide handschoenen, d.w.z. 95% van de handschoenen. De 5% waar het niet om gaat, zijn leren handschoenen en handschoenen die alleen een coating zonder vezels bevatten (chemische handschoenen).
- De vezel is het materiaal waarvan de handschoenen gebreid zijn (bv. katoen, polyester, polyamide).
- De gauge is de fijnheid van de steek: er zijn 6 gauge-niveaus, van 7 tot 21 (dit getal geeft het aantal steken per Engelse inch (2,54 cm) aan - hoe hoger de gauge, hoe groter het aantal steken voor dezelfde grootte, dus hoe fijner de steek, hoe handiger je zult zijn.
- Tot slot is de coating een extra beschermingslaag (vaak van kunststof) die op de hele handschoen of alleen op de palm wordt aangebracht. Dit zorgt voor waterdichtheid en/of weerstand tegen verschillende chemicaliën.
Hoe zit het met de vezels in werkhandschoenen: welke worden het meest gebruikt en wat zijn de eigenschappen van elke vezel?
Sarah Bachir: Het is het risico dat de keuze van de vezel bepaalt. Multifunctionele handschoenen (die beschermen tegen weerstand) zijn meestal gemaakt van katoen, polyester of polyamide.
- Katoen is hypoallergeen, ademend, absorberend en voelt zacht aan.
- Synthetisch polyester is zeer slijtvast en gemakkelijk te onderhouden. Het kan ook gemengd worden met wol of katoen, wat het onvermogen om transpiratie te absorberen en het nogal ruwe gevoel compenseert.
- Tot slot is polyamide, dat iets duurder is, sterk, resistent en soepel. Bovendien voelt het comfortabel en fris aan.
- Aan snijbestendige handschoenen worden glas-, staal- of thermoplastische vezels toegevoegd.
- Kevlar beschermt tegen snijwonden en is zeer brandwerend.
- Koolstof- en kopervezels beschermen tegen elektrostatische risico's.
- Ten slotte verbetert de toevoeging van elastaan (een vezel die elasticiteit biedt) of acryl (een fleecevoering die beschermt tegen de kou) aan handschoenen het comfort.